Maandelijks archief: juli 2023

Alessandro Marcello – Hoboconcert in D mineur Andante e spiccato

Alessandro Marcello (1673-1747) was een Italiaanse edelman die op veel gebieden actief was, waaronder poëzie, prent- en schilderkunst, filosofie en wiskunde. Toch leeft hij het meest voort door zijn composities.

Hij had nog twee broers, de jurist en componist Benedetto en de dichter Girolamo. Alessandro was een iets oudere tijdgenoot van de componist Antonio Vivaldi en gaf zijn concerten in zijn thuisstad Venetië.

Zijn werk ligt prima in het gehoor en zijn beroemde hoboconcert in D mineur is daar een goed voorbeeld van. Bovenstaand het eerste deel, maar de delen twee en drie wil ik u zeker niet onthouden want die zijn net zo de moeite waard en staan hier.

Dat Alessandro Marcello niet zomaar een componist was mogen we afleiden uit het feit dat ook Johann Sebastian Bach van zijn werk op de hoogte was en dit hoboconcert gebruikte voor zijn klavecimbelcompositie BWV 974.

Art Blakey & The Jazz Messengers – Moanin’

Het nummer Moanin’ van de Amerikaanse jazzdrummer Art Blakey (1919-1990) was één van de eerste jazznummers die permanent in mijn hoofd bleven zitten (het is overigens geschreven door Blakey’s pianist Bobby Timmons). Het komt van zijn gelijknamige Blue Note album uit 1958 en het is een klassieker in het jazzrepertoire.

Blakey deed in de jaren ’40 ervaring op als drummer in verschillende bands. Zo drumde hij bij Miles Davis, Bud Powell en Thelonious Monk. Uiteindelijk richtte hij met pianist Horace Silver zijn eigen band op, The Jazz Messengers.

Dat bleek één van de belangrijkste kweekvijvers voor jazzmuzikanten te worden. Clifford Brown, Freddie Hubbard, Wayne Shorter, Lee Morgan, Benny Golson, Wynton Marsalis, Branford Marsalis en Keith Jarrett zijn allemaal gevestigde namen die in The Jazz Messengers hebben gespeeld en de lijst is verre van compleet.

Moanin’ dankt zijn bekendheid onder meer aan het thema, dat na het begin op de piano door twee blazers wordt ingezet. Op 0;59 begint Lee Morgan zijn trompetsolo en die zit al vol vuur, maar dan volgt Benny Golson met zijn saxofoonsolo op 3;04. Die bouwt zijn solo zorgvuldig op, lange noten en korte variaties daarop om steeds vlugger te gaan spelen. Wat mij betreft het hoogtepunt van het nummer.

Blakey ondertussen houdt op zijn drums het ritme strak. Een drumroll op 5;02 maakt de weg vrij voor de pianosolo van Bobby Timmons. Of dat niet genoeg is krijgt daarna bassist Jymie Merritt nog een solo op 7;02. Op 7;59 pakken Timmons en de blazers het thema weer op om naar de finale te gaan, waarin Timmons zijn piano nog eens laat schitteren. Een absolute klassieker wat mij betreft.

Art Blakey was dus belangrijk in de jazzmuziek, niet alleen als muzikant maar ook als opleider en mentor. Hij trad eerst op in kostuum, later in een werk-overall. Hij wilde daarmee zeggen dat hij een werkende man was; Muziek werkt het stof van de dag weg, was zijn devies.

Hij had zich overigens bekeerd tot de Islam en zijn moslimnaam was Abdullah Ibn Buhaina, of ‘Bu’ voor intimi. Vermeldenswaard is dat hij ook een album opnam met de Nederlandse jazz-zangeres Rita Reys in 1956, iets dat in Nederland destijds alle kranten haalde. Ook was hij de stiefvader van de onlangs overleden zangeres Lilian Day Jackson, die hits scoorde met de band Spargo in Nederland.

Yentl en De Boer – Ik heb een man gekend

Het cabaretduo Yentl en De Boer bestaat uit Yentl Schieman en Christine de Boer. Zij leerden elkaar kennen op De Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie waar ze in 2009 afstudeerden. Met hun afstudeervoorstelling Kom je op ons partijtje? waren zij onder andere te zien op het Vondelfestival en het Amsterdam Fringe Festival.

Daarna ging het snel. In 2013 een bekroonde voorstelling en en eerste plaat in 2014 met de titel De Plaat. Daarop stond ook het bovenstaande nummer, Ik heb een man gekend. Dat nummer won in 2015 meteen de Annie M.G. Schmidtprijs 2014. Die wordt door het Amsterdams Kleinkunst Festival en Buma Cultuur uitgereikt aan de tekstschrijver, componist en uitvoerder van het beste theaterlied dat in het voorgaande jaar is uitgevoerd in een Nederlands theater.

Dat overkwam het duo nog eens in 2020 met het nummer Het is begonnen. Overigens is dit lied weer een antwoord op het nummer Het is over van Harry Bannink en Annie M.G. Schmidt uit 1966, dat Jenny Arean weer vertolkte. Onder de link staat de video waar eerst Jenny Arean haar lied zingt en Yentl en De Boer direct hun antwoord erachteraan zingen, wel zo leuk.

Ook heel mooi dus, maar mijn voorkeur gaat uit naar Ik heb een man gekend, waarin Yentl en De Boer zich wat mij betreft inderdaad doen gelden als virtuoze tekstschrijvers en vertolkers.

Darius Rucker – Wagon Wheel

Ik heb al eens eerder geschreven dat ik een fan ben van Americana-muziek en Wagon Wheel van de Amerikaanse singer/songwriter Darius Rucker is daar een prachtig voorbeeld van.

Rucker (1966) was al bekend als leadzanger van de band Hootie & the Blowfish en ik schreef hier al eens over hem. Solo heeft hij echter ook succes en dit nummer staat op zijn derde country album True Believers uit 2013.

Nu lijkt dit een rechttoe, rechtaan countrynummer maar er is genoeg over te vertellen. Zullen we eerst even naar de tekst kijken:

Headin’ down south to the land of the pines
I’m thumbin’ my way into North Caroline
Starin’ up the road and pray to God I see headlights

I made it down the coast in seventeen hours
Pickin’ me a bouquet of dogwood flowers
And I’m a-hopin’ for Raleigh, I can see my baby tonight

So, rock me mama like a wagon wheel
Rock me mama any way you feel
Hey… mama rock me
Rock me mama like the wind and the rain
Rock me mama like a southbound train
Hey… mama rock me

Runnin’ from the cold up in New England
I was born to be a fiddler in an old time string band
My baby plays a guitar, I pick a banjo now
Oh, north country winters keep a-gettin’ me down
Lost my money playin’ poker, so I had to leave town
But I ain’t a-turnin’ back to livin’ that old life no more

So, rock me mama like a wagon wheel
Rock me mama any way you feel
Hey… mama rock me
Yeah, rock me mama like the wind and the rain
Rock me mama like a southbound train
Hey… mama rock me

Walkin’ to the south out of Roanoke
I caught a trucker out of Philly, had a nice long toke
But he’s a-headin’ west from the Cumberland Gap
To Johnson City, Tennessee
And I gotta get a move on before the sun
I hear my baby callin’ my name and I know that she’s the only one
And if I died in Raleigh, at least I will die free

So, rock me mama like a wagon wheel
Rock me mama any way you feel
Hey… mama rock me
Oh, rock me mama like the wind and the rain
Rock me mama like a southbound train
Hey… mama rock me
So, rock me mama like a wagon wheel
Rock me mama any way you feel (oh, I wanna feel)
Hey… mama rock me

Rock me mama like the wind and the rain
Rock me mama like a southbound train
Hey… mama rock me

We hebben hier te maken met een hoofdpersoon, de zanger, die langs de oostkust van de Verenigde Staten naar het zuiden reist om zijn geliefde te ontmoeten. Het lijkt alsof hij aan het liften is en de reden daarvoor is dat hij blut is. Hij heeft alles met pokeren verloren en wellicht heeft hij, naast haast om bij zijn geliefde te komen, ook haast om aan zijn schuldeisers te ontkomen.

Soms voelt hij zich verlaten onderweg, hopend dat een vriendelijke vreemdeling hem meeneemt en we krijgen stilaan wat meer informatie. Het is blijkbaar koud in het noorden, dus naast zijn geliefde komen ook de warme winters uit het zuiden hem goed uit. Waarom geen heel nieuw leven starten in Raleigh?

En dan het refrein, hij wil blijkbaar gewiegd worden maar u kunt er donder op zeggen dat het niet door zijn ‘mama’ is, maar door zijn geliefde, en dan hoef ik u ook niet uit te leggen wat ‘rock me’ betekent. Genoeg redenen om zuidwaarts te reizen dunkt me.

Nu heeft Darius Rucker een fijn nummer hiermee opgenomen, maar de credits gaan ook naar anderen. Het refrein is namelijk geschreven en opgenomen door Bob Dylan in 1973 als deel van de soundtrack voor Pat Garrett and Billy The Kid. Nooit echt gebruikt maar het kwam uit als een bootleg.

De rest van de tekst is later geschreven in 2004 door een muzikant met de naam Ketch Secor. Hij nam met zijn band Old Crow Medicine Show Wagon Wheel voor het eerst op en die kunt u hier horen. Ook een prachtversie trouwens.

Ofra Haza – Yerushalayim shel Zahav

Ofra Haza (1957-2000) was een Israëlische zangeres van Joods-Jemenitische afkomst. Ze groeide op in Tel Aviv. Ze werd ontdekt door Bezalel Aloni, die leiding gaf aan een zanggroep in haar wijk. Hij werd haar producer, huiscomponist en mentor tot het jaar van haar huwelijk in 1997.

Haza brak door met het lied Shir Hafrecha, ofwel ‘Lied van een sletje’. Vrij opmerkelijk, omdat Haza zelf vrij traditioneel was. Het was ook de titelsong van de film Schlager, waarin ze ook acteerde.

Internationaal maakte Haza haar debuut op het Eurovisie Songfestival in 1983 met het nummer Chai. Wellicht is ze in Nederland het meest bekend met het nummer Im Nin’alu, zeker in de remix-versie die u hier kunt horen.

Ik kies voor het nummer Yerushalayim shel Zahav, een vrij traditioneel nummer, geschreven door Naomi Shemer in 1967. Het gaat over het verlangen van het Israëlische volk om terug te keren naar de gouden stad Jeruzalem. Omdat drie weken na het uitkomen van het nummer de Zesdaagse oorlog uitbrak gold het nummer als een moraal-booster voor de Israëlische troepen.

Ofra Haza is niet oud geworden. Ze trouwde in 1997 met de zakenman Doron Ashkenazi maar overleed in 2000 aan de gevolgen van aids. Haar man werd ervan beschuldigd haar besmet te hebben maar haar man gaf aan dat ze de besmetting had opgelopen door een bloedtransfusie na een miskraam. Hij stierf zelf een aantal jaar later aan een overdosis drugs. Tussen hun families heeft nog een tijd een strijd gewoed over de auteursrechten van haar muziek.

Jean Sibelius – Symfonie No.5 Allegro molto

De Finse componist Jean Sibelius (1865-1957) werd door de Finse regering uitgenodigd om een symfonie te schrijven voor zijn eigen 50e verjaardag, die tot nationale feestdag was uitgeroepen.

Daar had hij wel oren naar en ideeën voor en het heeft geleid tot zijn 5e symfonie. Het werd meteen zijn meest beroemde symfonie en dat ligt aan het laatste deel, het bovenstaande deel Allegro Molto.

Hij was al goed op weg en schreef in zijn dagboek over dit werk;

‘Het was alsof God de Vader stukjes mozaïek naar mij toegooide vanuit de hemel en mij vroeg om het patroon voor hem uit te zoeken.’

Dat patroon vond hij voor een groot deel maar het verhaal gaat dat hij nog even moest zoeken naar een goed thema voor de finale. Toen hij een aantal zwanen in de zonsondergang voorbij zag vliegen wist hij dat hij zijn thema gevonden had.

U hoort het thema in bovenstaand stuk voor het eerst op 1;19 en het zal in het hele stuk terug te horen zijn. Een prachtige live-opname van het London Philharmonic Orchestra onder leiding van dirigente Karina Canellakis.