Maandelijks archief: november 2022

Ram Jam – Black Betty

We gaan het even hebben over het nummer Black Betty. Ik en mijn generatiegenoten kunnen het nummer dromen in de uitvoering van de Amerikaanse rockgroep Ram Jam. Zij hadden in 1977 een grote hit met Black Betty. Het stond op hun debuutalbum dat ook Ram Jam heette en de groep wist dit succes nooit meer te overtreffen. Een one-hit wonder en meer is er over de band ook niet te vertellen.

Wel over het nummer en andere uitvoerenden, want Black Betty werd niet geschreven door Ram Jam. Het werd in 1939 al uitgebracht door de folk- en blueszanger Lead Belly. Die versie kunt u hier horen. Lead Belly was geen lieverdje. Hij ontsnapte in 1916 al eens uit de gevangenis en werd daarna tot nog eens 30 jaar veroordeeld wegens moord. In 1925 kreeg hij gratie. In 1930 werd hij weer veroordeeld voor poging tot moord. In de gevangenis werd hij bezocht door John en Alan Lomax met wie hij honderden opnamen maakte, waaronder Black Betty. In 1934 kreeg hij opnieuw gratie en ging hij toeren met John Lomax. Nadat John Lomax zich in 1935 bedreigd had gevoeld door Lead Belly, beëindigde hij de vriendschap. Nu moet Lead Belly zich met Black Betty vertrouwd hebben gevoeld, want we kennen een nog oudere opname en die is ook van een gevangene.

James “Iron Head” Baker was een gevangene die veroordeeld was voor een roofoverval. Dezelfde John Lomax die Lead Belly opnam, nam in 1933 al de stem van Baker op die de eerst bekende versie zingt van Black Betty. Dat kunt u hier horen. Hij deed dat in de Sugarland Prison Farm in Texas. Volgens de overlevering is Black Betty de zweep die op de ruggen van de gevangenen neerkwam. Anderen zeggen dat het de naam is van de vrachtwagen die de gevangenen naar hun werkterrein transporteerde. Waarschijnlijk had Baker toch een dame in gedachten, gezien de zin ‘Black Betty had a blue eyed baby’, alsof hier een blanke gevangenbewaarder in het spel zou zijn. Deze zin komt overigens in de versie van Ram Jam niet voor.

Ludwig van Beethoven – Symfonie No.7 Allegro Con Brio

Over Ludwig van Beethoven (1770-1827) is veel te vertellen, maar dat staat in de prima biografie die Jan Caeyers over hem schreef. Daar staat ook veel in over zijn symfonische werk, waarvan ik vandaag het laatste deel van zijn Symfonie No.7 laat horen en vooral zien.

Beethoven schreef zijn zevende symfonie in de jaren 1811 en 1812. Het werd voor het eerst uitgevoerd in 1813 tijdens een benefietconcert voor soldaten die gewond waren geraakt tijdens de slag van Hanau. U weet wel, tussen de troepen van Napoleon en het Oostenrijks-Beierse leger van Karl Philipp von Wrede. Het werk werd goed ontvangen en de componist Richard Wagner noemde het werk, refererend aan de levendige ritmes, een ‘apotheose van de dans’.

Dat laatste is prima terug te horen in het laatste deel, het Allegro con brio. ‘Levendig en met vuur, of met energie’ is dat vrij vertaald en de reden waarom ik dit fragment laat horen is de dirigent en het orkest. Als je iemand met energie en vuur wil zien dirigeren dan is het Carlos Kleiber. Als je een toporkest wil horen in dit genre dan is dat het Concertgebouworkest

Carlos Kleiber (1930-2004) was een Oostenrijks dirigent. Zijn uitvoeringen van de opera’s Tristan und Isolde van Wagner, Otello van Verdi, Carmen van Bizet en Der Rosenkavalier van Strauss behoren tot zijn absolute hoogtepunten. Telt u daarbij zijn uitvoeringen van de symfonieën van Beethoven.

Hij kende die symfonieën uit het hoofd, een partituur had hij niet nodig zoals u in bovenstaand fragment kan zien. Kleiber was geen makkelijk heerschap. Nerveus, onberekenbaar en perfectionistisch, maar ook geestig. Hij was een graag geziene dirigent en dus ook bij het Concertgebouworkest, dat hij dirigeert in dit fragment.

Dat dirigeren van Kleiber is een verhaal apart en het is mooi dat hij hier uitgebreid in beeld word gebracht. Onorthodox in zijn gebaren, soms uitbundig (zoals op 0;42), soms bijna geen gebaren (op 0;53) maar het orkest volgt hem op de voet. Fascinerend om te zien is dat hij kleine foutjes direct hoort (bijna niet merkbaar op 2;24) en soms even aangeeft aan het orkest (vanaf 2;11). Zijn dvd’s met de symfonieën 4 en 7 van Beethoven behoren tot de mooiste live-uitvoeringen die ik ken en zijn wat mij betreft een absolute aanrader; ik kan er uren naar kijken. Volumeknop maar weer open en afzetten is not done, u zit die 7,5 minuut maar gewoon uit.

Sezen Aksu – Hadi Bakalım

Begin jaren ’90 ben ik een aantal maal in Turkije geweest en ik heb het land toen aardig bereisd. Een artieste waaraan je niet ontkwam is de nationale grootheid Sezen Aksu. Zij is de koningin van de Turkse popmuziek. Haar nummers hebben vaak catchy melodieën en aanstekelijke ritmes, maar met invloeden van Anatolische folkmuziek en Ottomaanse klassieke muziek. Haar muziek kent mooie luisterliedjes maar ook nummers met zwaar aangezette orkestrale partijen.

Sezen Aksu kwam in januari 2022 in opspraak. Het Turkse Presidium voor Geloofszaken uitte felle kritiek op haar omdat ze Adam en Eva zou hebben beledigd in haar nummer Şahane Bir Şey Yaşamak (Leven is een prachtig iets). President Erdogan zou ‘het liefste haar tong afsnijden’, zo kunt u in dit artikel lezen. Gelukkig wordt ze massaal gesteund door collega-artiesten.

Het nummer Hadi Bakalım dat ik uitkoos hierboven is een van haar grootste hits. Het doet velen denken aan hun vakantie van een tijd geleden net zoals het bij mij herinneringen oproept. Weinig mensen krijgen de bedoeling van het nummer mee. Het is een sarcastisch en ironisch lied. De uptempo beat staat in direct contrast met de onderliggende boodschap. Het gaat over wereldleiders die tegen elkaar opbieden om steeds meer macht te krijgen terwijl de bevolking eronder gebukt gaat.

De openingszin zet direct de toon; “is onze ruimte te klein? Of onze jurk te strak?” Het verwijst naar een Turkse allegorie van de bruid die weigert te dansen omdat haar jurk te strak is. Er is geen ademruimte. De uitroep ‘Dikaaaat’ betekent zoveel als ‘Pas op’, het waarschuwt de mensen voor de gevaren waar ze zich niet bewust van zijn.

Boudewijn de Groot – Het Broekje van Jantje

Eigenlijk gaat dit bericht meer over de auteur van bovenstaand nummer Het Broekje van Jantje en dat is Koos Speenhoff.

Koos Speenhoff (1869-1945) was een Nederlands zanger, dichter en kunstschilder. Speenhoff komt uit een welgestelde familie, maar het publiek moest danig aan hem wennen, omdat hij rustig woorden als ‘sloerie’, ‘billen’ en ‘stijfvloeken’ gebruikte in zijn teksten. Daar was het publiek nog niet altijd aan toe.

Het spel en de stem van Speenhoff zijn niet fantastisch; hij kan zijn gitaar niet eens zelf stemmen. Zijn optredens zijn droog en eenvoudig. Maar zijn teksten zijn wel scherp, geestig en direct en zo zingt hij zichzelf toch de harten in van het Nederlandse publiek. U kent allen vast een nummer van hem, Ik hou van alle vrouwen. Het werd tot een hit gemaakt door Hans de Booij.

Speenhoff is ook niet bang om een onvervalste smartlap te schrijven. Het Broekje van Jantje (1905) is daar een mooi voorbeeld van. Het groeit uit tot de eerste onvervalste evergreen in de Nederlandse platengeschiedenis en er zullen nog tot twintig jaar na verschijning nieuwe persingen van worden gemaakt.

In dit mooie fragment ziet u Koos Speenhoff en zijn vrouw Cesarine live optreden waarin zijn vrouw op 0;45 Het Broekje van Jantje inzet. Ik heb hier gekozen voor de versie van een jonge Boudewijn de Groot die het natuurlijk prachtig vertolkt.

Johan – Day is Done

Jacco de Greeuw groeit op in het Noord-Hollandse Hoorn. Hij speelt er in verschillende bandjes waaronder Visions of Johanna. Dat wordt later ingekort tot Johan. In 1996 brengen ze een gelijknamige debuutalbum uit en dat krijgt lovende kritieken. Ze staan onder meer op Pinkpop en maken zelfs een korte tour door de Verenigde Staten. Toch kan de band de hooggespannen verwachtingen niet waarmaken. Bandleden stoppen ermee en Jacco de Greeuw krijgt last van depressies.

In Hoorn verwerkt hij die donkere periode. Uiteindelijk pakt hij de gitaar weer op en gaat teksten schrijven wat leidt tot een album, vernoemd naar de straat waarin hij woont, Pergola. Hierin bezingt hij de sleur van alledag waaraan hij, u en ik allemaal ten prooi vallen. Het zijn vaak opgewekte en melodieuze nummers met teksten die donkerder zijn dan je zou vermoeden.

Welk nummer kies je dan om te laten horen? Dat is redelijk arbitrair want het hele album is de moeite waard. De tuinkabouter op de voorkant van het album levert een wel mooi verhaal op. Hij staat model voor de wijk waarin De Greeuw woont en in de videoclip van het nummer Tumble and Fall laat hij tuinkabouters op de straat kapot vallen. Dat levert hem een serieus bedoelde klacht op van Het Nederlands Tuinkabouter Bevrijdingsfront, die oproepen tot een boycot van de clip. Het haalt niet veel uit maar levert wel gratis publiciteit op.

Naast Tumble and Fall en Pergola zijn twee andere absolute favorieten van mij How Does it Feel en bovenstaande Day is Done. Prachtige melodieuze gitaarmuziek met fijne teksten.

De band Johan ging in 2009 uit elkaar en is in 2018 weer begonnen in een nieuwe samenstelling en met een nieuw album, Pull Up.

Overigens heb ik voor de inhoud van dit stuk vrijmoedig gebruik gemaakt van teksten van de onvolprezen site Pop Music and Rock van Pieterjan Brands. Die credits gaan naar hem.

François Couperin – Les Barricades Mystérieuses

Les Barricades Mystérieuses van de Franse componist François Couperin (1668-1733) is een stuk voor klavecimbel waar van alles mee aan de hand is. Om te beginnen weet niemand precies hoe je het schrijft. Oorspronkelijk gepubliceerd als Les Baricades Mistérieuses (één ‘r’ in het eerste woord en een ‘i’ in het tweede woord in plaats van een ‘y’) zijn er talloze varianten in de loop van de jaren gepubliceerd.

Verder weet niemand wat de titel precies betekent. Over welke barricaden gaat het hier? Wellicht zijn ze met reden mysterieus want we zijn er nog niet uit. Er zijn kenners die verwijzen naar het vrouwenondergoed uit die tijd, de ondoordringbaarheid der korsetten. Anderen zinspelen op onopgeloste harmonieën in het stuk. Anderen zien in het pulserende ritme weer het stampen van de druiven om wijn te maken (ook omdat het Franse woord ‘barrique’ verwijst naar een ‘ton’ en ‘les barriquades’ een term was die door wijnmakers werd gebruikt). Kortom, we zijn er maar druk mee.

Dat het nummer tot de verbeelding spreekt moge duidelijk zijn. Het is een bezwerende melodie en Maarten ’t Hart beschreef het al in zijn boek Mozart en de anderen. Ook Mensje van Keulen schrijft in haar boek Geheime dame;

‘Van beneden klinkt plotseling zulke mooie, ijle pianomuziek dat ik vlug en zo zacht mogelijk de trap afloop om er beter naar te kunnen luisteren. Het is aanstekelijke muziek, vrolijk en ritmisch als dansmuziek, maar met een melancholieke ondertoon en een melodie die niet duidelijk maakt waar ze naar toe wil. Het is of het door en door kan gaan, zonder de spanning te verliezen. Het is als een dodendans, een demonische dodendans.’

Rudy Kousbroek schreef over Les Barricades:

‘Het is de muziek van een panter die alsmaar heen en weer loopt in het hok waarin hij is opgesloten.’

Ik leerde het stuk kennen door het boek Imprimatur van het schrijversduo Monaldi & Sorti, wat daarmee wat mij betreft een grote aanrader is.

Het stuk is in talloze uitvoeringen te vinden maar is geschreven voor klavecimbel. Bovenstaande uitvoering van dirigente, componiste, blokfluitspeelster én klaveciniste Hanneke van Proosdij springt er voor mij uit door de prachtige klank van het instrument. Een vol, rond geluid en zeker in de lage tonen prachtig om te horen. Ook het tempo dat Van Proosdij aanhoudt vind ik een verademing. Het stuk wordt naar mijn mening vaak te gehaast gespeeld en hier krijgt het de ruimte om te ademen. Van Proosdij laat het instrument op het einde ook uitklinken en ik snap haar tevreden lach daarna.

David Murray – El Matador

Spaanse invloeden in de jazzmuziek zijn niet meer weg te denken sinds het beroemde album Sketches of Spain van trompettist Miles Davis. Ook saxofonist John Coltrane nam een album op met de titel Olé waarvan de link met Spanje ook duidelijk moge zijn.

Ook in het nummer El Matador van tenorsaxofonist David Murray (1955) kunt u niet om Spanje heen. Het staat op het album The Long Goodbye, een album dat hij schreef als ode aan zijn overleden pianist Don Pullen.

David Murray zelf beheerst veel speeltechnieken uit alle stijlen van de jazz, maar hij is vooral bekend om zijn grote beheersing van de boventonen; tonen die veel verder gaan dan het ‘normale’ bereik van een tenorsaxofoon.

In El Matador verkent Murray dus Spaanse invloeden en hij start met een mooie, statige melodie. Vanaf 0;54 herhaalt hij dat, maar in een andere toonsoort. Luister eens naar het dalende ‘Spaanse’ motiefje op 1;18.

Vanaf 1;51 herkent u de melodie nog steeds, maar speelt Murray in een hoger register en gaat hij meer improviseren tot hij op 2;30 op een hoge toon uitkomt. Vanaf 2;39 wordt zijn volume luider en valt de melodie meer uiteen tot hij op 2;50 op een heel hoge noot uitkomt die hij maar net haalt met zijn adem.

Murray zoekt de lage tonen weer op. De melodie is er nog wel maar komt in brokken tevoorschijn, terwijl pianist D.D. Jackson zijn akkoorden er ferm onder legt. De finale komt in zicht als Murray op 3;51 weer een heel hoge noot bereikt en op 4;12 komt de rust met weer zo’n mooi dalend motiefje. Als u het volume luid genoeg zet hoort u op 4;27 alleen nog de adem van Murray.

Ik vind dit dus een prachtig jazznummer. Een herkenbare melodie waarop later geïmproviseerd wordt, toewerkend naar een mooie climax en een mooi slot.

Miriam Makeba – Pata Pata

Miriam Makeba (1932-2008) was een Zuid-Afrikaanse zangeres en apartheidsactiviste. In 1959 trad ze op in Europa met de zwarte jazz-opera King Kong en in datzelfde jaar speelde ze ook in de documentaire Come back, Afrika, een aanklacht tegen het apartheidsregime van de Zuid-Afrikaanse overheid. Het zorgde voor haar doorbraak in Europa en de Verenigde Staten.

Vanwege haar activisme werd haar staatsburgerschap ingetrokken en ze ging in de Verenigde Staten wonen. Haar politiek activisme bracht haar in 1963 bij de Verenigde Naties, waar ze opriep tot een internationale boycot van Zuid-Afrika. In 1967 scoorde ze een van haar grootste hits met het nummer Pata Pata.

Pata Pata is een nummer dat wordt gezongen in het Xhosa en het is te vertalen als “raak aan, raak aan”. Het is ook de naam van een dans die in de jaren ’50 populair was in de buitenwijken van Johannesburg. Makeba nam het nummer al op in 1959 met The Skylarks, een groep waar ze toen deel van uitmaakte. In 1967 werd het opnieuw opgenomen en werd de Engelse gesproken tekst toegevoegd waarin Makeba uitlegt hoe de dans is ontstaan. Dat is de versie die u hier hoort.

Miriam Makeba kreeg op 9 november 2008, kort nadat zij Pata Pata had gezongen in de Italiaanse stad Caserta, een hartaanval waardoor zij overleed; het is het laatste nummer dat zij live heeft gespeeld.

Jean-Louis Pisuisse – Het Wijnglas

In 1918 kwam de Eerste Wereldoorlog ten einde, maar dat was niet te laat voor de liedjesschrijver en zanger Dirk Witte (1885-1932) om een bitter anti-oorlogslied te schrijven met de titel Het Wijnglas. Hierin klaagt hij over hoe de wereldleiders onder elkaar de wereldvrede proberen te herstellen in chique danssalons en in dure restaurants, terwijl de soldaten in de frontlinies de gruwelijkste dingen meemaakten.

De zanger van dit lied, Jean-Louis Pisuisse (1880-1927) geldt als pionier en misschien wel als grondlegger van de Nederlandse kleinkunst. Beïnvloed door de cabarets in Parijs richtte hij het eerste Nederlandse cabaretgezelschap op. Pisuisse trouwde driemaal en dat laatste huwelijk werd hem fataal.

Zijn toenmalige vrouw, Jenny Gilliams, had een affaire met een ander lid van het gezelschap, Tjakko Kuiper. Ze brak uiteindelijk met Kuiper maar die kon dat niet verteren. Op 26 november 1927 schoot hij op het Rembrandtplein, achter het Rembrandtmonument in Amsterdam zowel het echtpaar Pisuisse neer als zichzelf. Kuiper overleed ter plekke. Pisuisse werd nog naar het dichtstbijzijnde politiebureau gebracht maar stierf daar. Jenny Gilliams overleed een uur later in het Binnengasthuis. U kunt het verhaal uitgebreid teruglezen in he boek Hotel Schiller van Marjolein Bierens.

Omdat het een historische opname betreft is hier de liedtekst voor de volledigheid

’s Avonds lezen w’in de kranten
Hoe het ging die dag aan ’t front
Zoveel honderd weer gevallen
Zoveel duizend weer gewond
Zoveel kind’ren zonder vader
Zoveel moeders zonder kind
En we vragen wanneer eens toch
Dat gemoord een einde vindt

Maar des morgens -welk een vreugde-
Lezen w’in het ochtendblad
Dat er een banket geweest is
In de een of and’re stad

Waar Lloyd George weer heeft gedronken
Op het welzijn van z’n land
Waar de oorlog werd gewonnen
Met het wijnglas in de hand

’s Avonds lezen w’in de kranten
Weer een boot getorpedeerd
Zoveel mensen uitgevaren
Zoveel maar teruggekeerd
Zoveel tonnen graan verloren
Zoveel mensen  zonder brood
Zoveel vrouwen, zoveel kind’ren
Dichter bij de hongerdood

Maar des morgens -welk een vreugde-
Lezen w’in het ochtendblad
Van een rijk en deftig feestmaal
In de een of and’re stad
Waar de “Kaiser” heeft gedronken
Op z’n uitgehongerd land
En “den Alten Gott” geprezen
Met het wijnglas in de hand

Elke dag brengt nieuwe ellende
Nieuwe armoe, nieuwe rouw
Elke dag krijgt ons vertrouwen
In de mensen weer een knauw
Angstig vragen we hoe lang nog
Deze oorlogswaanzin duurt
Welke afgezant des duivels
Deze wereld toch bestuurt

Ernstig gaan de diplomaten
Naar hun feestmaal en banket
Satan heeft aan ’t hoofd der tafel
Zich als schenker neergezet
En hij vult daar met een grijnslach
Telkenmale tot de rand
Met het rode bloed der volk’ren
’t Willig wijnglas in hun hand

Willie Hightower – Time Has Brought About A Change

Waarom een song hier opnemen waar niet heel veel over te vertellen valt? Omdat het om de muziek gaat. Kom ik zo op.

Soulzanger Willie Hightower (1940) is wat mij betreft een zanger die je te weinig hoort. Dat is niet heel vreemd want heel veel muziek is er niet om uit te kiezen, de man bracht maar één album uit. Dat was het album If I Had A Hammer in 1967. Met was losse tracks kreeg je nog een ‘expanded edition’ maar dan heb je het wel gehad.

Hightower begon op zesjarige leeftijd met zingen in een kerkkoor. In 1958 ging hij als zanger optreden in nachtclubs, waarna hij een platencontract kreeg voor drie singles. In de jaren zestig zette hij zich in voor de burgerrechten van kleurlingen. Hij nam deel aan de protesten in Alabama en zong daar liedjes over, zoals het nummer Time Has Brought About A Change.

Capitol Records gaf uiteindelijk zijn enige album uit maar na nog wat losse singles kreeg hij geen platencontract meer. Hij bleef overigens nog wel optreden. In 2005 werd er nog een compilatiealbum Willie Hightower uitgegeven, maar daar blijft het vooralsnog bij.

Waarom dan toch de spotlights op deze zanger? Luister naar het begin van dit nummer. Die eerste uithaal vergeet je nooit meer en dat is voor mij de essentie van muziek en een goede muzikant. Het oeuvre hoeft niet heel groot te zijn om prachtig te zijn.