Maandelijks archief: september 2023

Charles Mingus – Solo Dancer

Op mijn blog heb ik al het nodige geschreven over de ‘Angry Man of Jazz’, de bassist Charles Mingus. Dat kunt u hier, hier en hier lezen. Laten we het eens over zijn muziek hebben. Ik kan kiezen voor één van de tracks van zijn beroemde album Mingus Ah Um. Het is wellicht zijn meest beroemde album, met eerbetonen aan Lester Young, Duke Ellington, Jelly Roll Morton en zijn aanklacht tegen gouverneur Orval E. Faubus. Let op, Bird Calls op dit album heeft dan weer niets te maken met Charlie ‘Bird’ Parker volgens Mingus zelf. Genoeg te vertellen maar ik wil het hebben over een ander album.

The Black Saint And The Sinner Lady is een album dat de jazz zou veranderen. Jazz was van alles daarvoor. Zacht en troostend in ballads, luid, opwindend en swingend in uptempo nummers, maar niet zozeer boos of zelfs beangstigend. Dit album is dat soms wel. Ik kies voor het openingsnummer Solo Dancer en daar is er al iets van terug te horen, maar eigenlijk doet u het album te kort door maar één stuk te beluisteren.

Het werd opgenomen op 20 januari 1963 door een elfkoppige band. Mingus zelf noemde de orkestrale muziek ‘etnische folk-dance muziek’ en door de critici wordt het beschreven als ‘jazz- en klassieke muziek met elementen uit Afrikaanse muziek en Spaanse thema’s’. Het wordt genoemd in de Penguin Jazz Guide met de 1001 beste jazz albums en staat ook in Dimery’s 1001 albums die u überhaupt zou moeten beluisteren.

Als ik bovenstaand nummer zou moeten beschrijven, met die spookachtig lage repeterende tuba, dan kan ik het beste de psycholoog van Mingus citeren, die zowaar de linernotes achterop het album mede verzorgde;

In the first track of Side I there is heard a solo voice expressed by the alto saxophone – a voice calling to others and saying “I am alone, please, please join me!’ The deep mourning and tears of loneliness are echoed and re-echoed by the instruments in Mr. Mingus’ attempt to express his feelings about separation from and among the discordant people of the world. The suffering is terrible to hear.

Dat mag zo zijn, het levert fantastische muziek op. Het loont echt om het volledige album tot u te nemen en ik hoop dat dit een mooi begin is; dan mist u de prachtig gejaagde versnelling in deel 2 niet.

Joost Nuissl – Ik Ben Blij Dat Ik Je Niet Vergeten Ben

Joost Nuissl (1945) is een Nederlands kleinkunstenaar, liedjesschrijver en theaterman. In dat laatste heeft hij carrière gemaakt. Hij was directeur van het Waagtheater in Delft (1985-1987) en was tot september 2006 directeur van het Amsterdamse theater De Kleine Komedie (sinds 1988).

Daar ken ik hem niet van. Ik ken hem van zijn hit Ik Ben Blij Dat Ik Je Niet Vergeten Ben. Het is zijn enige echte hit en de plaat bereikte in 1975 de 6e positie in de Nederlandse Hitparade. Het is later gecoverd door artiesten als Benny Nijman en Guus Meeuwis en er is zelfs een rapversie van gemaakt door Ali B en Brownie Dutch.

Allemaal leuk voor de statistieken; ikzelf vind het origineel een onweerstaanbaar nummer. Een fijne tekst, muziek uit het zuiden en het blijft altijd hangen en verdwijnt nooit uit mijn luistergeheugen. Nuissl schreef het nummer toen hij in het Limburgse Broekhuizenvorst woonde. Hij vroeg de plaatselijke fanfare Vorster Kapel om hem te begeleiden en het Dameskoor Broekhuizenvorst neemt de achtergrondzang voor haar rekening. Het arrangement is van de muzikant Nard Reijnders uit, jawel, Broekhuizenvorst.

Dat levert een heerlijk nummer op dat dagenlang in uw en mijn hoofd kan nazingen.

Queen & George Michael – Somebody To Love

Eerder gaf ik al aan bij Keane en bij Volbeat dat ik erg van liveoptredens houd en bovenstaand optreden is één van de beste voorbeelden daarvan.

Ik ben fan van de muziek van Queen, en dan met name van het vroege werk dat uitkwam voor hun album The Works in 1984. Daarna vind ik het ook prima, maar voor mij is die vroege periode waar de mooiste parels tussen zitten. Het is één van de weinige bands waarvan ik vroeger de albumhoezen aan de muur had hangen.

Somebody to love is één van de nummers die ik altijd hoog had zitten en als Freddie Mercury in 1991 overlijdt weet je dat je het voortaan met de beschikbare opnames van hem moet doen. Tot The Freddie Mercury Tribute Concert werd georganiseerd in 1992. De uitvoering die George Michael daar gaf van dit nummer vind ik nog steeds één van de beste liveoptredens die ik ken.

Ik ben niet speciaal een grote fan van George Michael en/of zijn band Wham, maar vind het verder prima muziek. Ik ben wel een grote fan van de stem van George Michael. Je moet voor dit nummer het bereik van Freddie Mercury halen en dat doet Michael moeiteloos. Ik vind de uitvoering op hetzelfde niveau staan als die van Freddie en Queen zelf. Je ziet dat gitarist Brian May het ook kan waarderen, let eens op zijn lach als het publiek massaal antwoord op 3;54. Prachtig om te zien.

Ook de moeite waard is de video van de repetitie voor dit nummer. Die vindt u hier en als David Bowie en Seal komen kijken en een applaus na afloop geven weet je dat het met het liveoptreden goed komt. En dat kwam het.

Damir Imamović – Sinoć

De Bosnische zanger Damir Imamović (1978) is gespecialiseerd in sevdah, de melancholieke traditionele volksmuziek uit Bosnië. Het wordt wel gezien als een pendant van de Portugese fado en daar kan ik mij iets bij voorstellen. Ik hoor dezelfde muzikale wendingen en, zo u wilt, het onvervulde verlangen terug in deze muziekstijlen.

Imamović zet een traditie voort want zijn opa, vader en tante zijn of waren allen bekende musici in de regio. Imamović kijkt verder en heeft al internationale lauweren op zak. Zo werd hij in 2021 uitgeroepen door het Britse muziektijdschrift Songlines tot beste artiest in de categorie Europa.

Imamović blijft ook niet hangen in de traditie. Hij zingt zijn ‘traditionals’ en laat zelfs de Turkse roots van de sevdah horen door het gebruik van de Turkse ûd (een snaarinstrument en voorloper van de luit) maar vernieuwt ook door samenwerking op te zoeken met artiesten als John Zorn, Tom Waits of de Nederlandse trompettist Eric Vloeimans.

Bovenstaand nummer Sinoć betekent ‘Gisteravond” en is redelijk traditioneel. Het komt voor mij in de buurt van de fado. Ik vind het een prachtig nummer waarvan ik onderstaand de tekst met Engelse vertaling weergeef, maar feitelijk gezien heb ik die niet nodig om hier van te genieten.

Sinoć mi se jedna javi tuga
Što sa tobom ja izgubih druga
Javi mi se pa me mori
Nema nikog da me razgovori


I jutros je pod jastukom bila
Kao da je sinoć gnijezdo svila
Javi mi se pa me mori
Nema tebe da me razgovoriš


Sutra ću ja ubrat’ buket ruža
Pa na tvoja vrata rano doći
Javi mi se jer to što ćutiš
To su od mog srca nepreboli


Engelse vertaling:

Last night a sorrow called on me
For I lost you as a friend
It calls on me to torment me
There’s no one else I could talk to

And this morning it was under my pillow
As if it built its nest there last night
It comes to torment me
You are not here to comfort me

Tomorrow, I’ll pick a handful of roses
And come early to your door
Answer me, for I know you can sense
My heart’s endless pains

Jan Pieterszoon Sweelinck – Louez Dieu tout hautement

Iedereen uit het gulden-tijdperk kent de Nederlandse componist Jan Pieterszoon Sweelinck (1561-1621) nog van het briefje van vijfentwintig gulden. Een beetje stad heeft wel een Sweelinckstraat, -hof of -plantsoen. Het is één van onze grootste Nederlandse componisten en gelukkig is zijn muziek compleet en in prima uitvoeringen beschikbaar.

Ik heb zelf redelijk wat van de man in huis en beluisterd, maar een lacune in mijn verzameling betreft de psalmen van Sweelinck. Ik heb ze wel beluisterd en dat kunt u hier ook doen, maar een beetje verzamelaar wil dit in de kast hebben staan. Wellicht komt dat nog eens.

Waarom was Sweelinck zo’n groot componist dan? Hij moet zijn bijnaam ‘De Orpheus van Amsterdam’ érgens aan te danken hebben. Allereerst was hij een voortreffelijke componist van meerstemmige muziek. Ik ben geen musicoloog maar dat vind ik ook het mooiste aan zijn werk. Het weven van verschillende melodielijnen voor verschillende stemmen om die samen tot één geheel te brengen. Waar hij die muzikale kennis heeft opgedaan, daar is praktisch niets over bekend.

Naast vocale muziek was hij ook een uitstekend organist en improvisator op het orgel. Hij gaf les en in die zin reikt zijn invloed zelfs tot aan Johann Sebastian Bach. Die vond zijn voorbeelden in de organisten Dieterich Buxtehude en Johann Adam Reincken, die zelf weer leerlingen waren van Sweelinck’s leerling Heinrich Scheidemann.

Ik heb hierboven gekozen voor een bewerking van Psalm 136, Looft den Heer want hij is goed. In het Frans wordt dat Louez Dieu tot hautement. Uitgevoerd door het Gesualdo Consort, die het totale oeuvre van Sweelinck op een schitterende manier heeft vastgelegd.

Peetie Wheatstraw – Devil’s Son-In-Law

Ik ben een groot liefhebber van bluesmuziek en in mijn zoektochten naar de pure vorm van de blues kwam ik Peetie Wheatstraw (1902-1941) tegen.

Er is niet veel bekend over hem maar hij werd geboren als William Bunch en groeide op in het plaatsje Cotton Plant in Arizona en leerde al vroeg piano en gitaar spelen. In 1927 begon hij een leven als zwervend muzikant en dat bracht hem in 1929 in St. Louis waar hij de rest van zijn leven bleef wonen. De naam Peetie Wheatstraw ontleende hij aan een Afro-Amerikaanse legende.

Waarom ik hem zo interessant vind is zijn muziek, een gitaar en zijn stem zijn ruim voldoende om mijn aandacht volledig vast te houden. Ook het imago dat hij zichzelf aanmat boeit mij. Mijn oermuzikant wat betreft de bluesmuziek is altijd Robert Johnson geweest om dezelfde redenen. Johnson ontleende zijn talent aan zijn vermeende pact met de duivel, zoals onze Nederlandse zanger Waylon hier uitlegt, maar Johnson was hierin niet uniek.

Wheatstraw ging hem hierin voor en was daarin een voorbeeld voor Robert Johnson. Wheatstraw schiep ook een duivelsmythe en noemde zichzelf ‘the High Sheriff from Hell’. Ook songs met titels zoals het bovenstaande Devil’s Son-In-Law hielpen mee aan dit imago.

Dat mag allemaal wat gekunsteld aandoen, het doet niets af aan de muziek en ik houd erg van deze pure vorm van de blues. Dergelijke artiesten worden blijkbaar nooit oud. Wheatstraw overleed op zijn verjaardag op 39-jarige leeftijd toen zijn auto door een trein gegrepen werd.