Categorie archief: Opera

Charles Gounod – Aria ‘Le veau d’or’ uit de opera Faust

Eigenlijk plaats ik deze video niet in eerste instantie vanwege de aria Le veau d’or uit de opera Faust van de Franse componist Charles Gounod (1818-1893). In dit geval gaat het mij om de Bulgaarse bas die de aria zingt, Nicolai Ghiaurov (1929-2004). Alle grote bassen zoals Boris Christoff en Fjodor Chaliapine hebben deze aria prachtig vertolkt, maar ik houd van het timbre van Ghiaurov en van zijn expressie. In zijn stem én in zijn gezicht. Ik had vele andere fragmenten kunnen uitkiezen om zijn stem te laten horen, maar deze aria helpt wel om beiden te laten zien.

Het is de aria van het gouden kalf, waarin de duivel, Méphistophélès, in een opzwepend lied een menigte studenten toezingt met de volgende tekst;

MÉPHISTOPHÉLÈS
Le veau d’or est toujours debout!
On encense
Sa puissance,
D’un bout du monde à l’autre bout!
Pour fêter l’infâme idole
Roi et peuples confondus,
Au bruit sombre des écus,
Dansent une ronde folle
Autour de son piédestal!…
Et Satan conduit le bal!

CHŒUR
Et Satan conduit le bal!

MÉPHISTOPHÉLÈS
Le veau d’or est vainquer des dieux!
Dans sa gloire
Dérisoire
Le monstre abjecte insulte aux cieux
Il contemple, ô rage étrange!
A ses pieds le genre humain
Se ruant, le fer en main,
Dans le sang et dans la fange
Où brille l’ardent métal!
Et Satan conduit le bal!

CHŒUR
Et Satan conduit le bal!

In Engelse vertaling:

MEPHISTOPHELES
The golden calf is still standing,
His might
Is celebrated
From one end of the world to the other!
Nations and kings mix together
To hail the infamous idol
And to the sinister clink of coins
They whirl in a frenzied ring
Round and round his pedestal!
And Satan leads the dance!

ALL
And Satan leads the dance!

MEPHISTOPHELES
The golden calf triumphs over the gods;
Basking in
His preposterous glory
The base monster insults Heaven!
He looks down, ? O strange madness! ?
On the human race at his feet
Sallying forth, sword in hand,
Through blood and filth,
Where the burning metal is shining!
And Satan leads the dance!

ALL
And Satan leads the dance!

Nicolai Ghiaurov was getrouwd met de Italiaanse sopraan Mirella Freni (1935-2020) en ze woonden samen in Modena, Italië tot aan zijn dood. Leuk weetje; er is op Antarctica een berg naar hem vernoemd op Livingston Island, de Ghiaurov Peak.

Overigens komt bovenstaand fragment uit een concert dat hier in zijn geheel is terug te vinden en zeer de moeite waard is.

Igorrr – ieuD

Igorrr is het alter ego van de Franse muzikant Gautier Serre (1984). Onder de naam Igorrr combineert hij een variëteit aan muziekstijlen, zoals barokmuziek, opera, black metal en triphop. Voeg daarbij zijn visueel verzorgde, aantrekkelijke en soms gekmakende videowerk en we hebben te maken met een, in mijn ogen, volstrekt originele artiest.

De muziek, daar moet je van houden en dat doe ik dus. Ik zet het niet de hele dag op maar gedoseerd en dan geniet ik van zijn werk. Zelf zegt hij daarover;

I just want to make the music I love, without asking myself if it’s gonna be too complex or too far from what people like. I want to make the music which has sense to me, with no restrictions, like a big party with metalheads, electronic nerds, classical- and baroqueheads and gypsy violinists getting drunk and joining together to bring the best of every genre

Bovenstaand nummer ieuD is precies zo’n mix van stijlen. Ik hoef u geen songteksten te verschaffen, er wordt een verzonnen taal gezongen. Het nummer staat op zijn album Savage Sinusoid uit 2017. Het artwork van bovenstaande video is verzorgd en is in dit geval rustig aan de ogen. Wilt u wat meer visuele actie, probeert u vooral zijn nummer Very Noise eens uit; als u met de ogen knippert bent u drie uur aan editing verder.

Verdi – Aria ‘Lo vidi, e’l primo palpito’ uit de opera Luisa Miller

In mijn jeugdjaren luisterde ik veel muziek, heel soms wat klassieke muziek maar opera, daar hield ik mij verre van. Het werd thuis wel veel gedraaid dus je krijgt er onbewust blijkbaar iets van mee en vanaf mijn midden-twintiger jaren besloot ik mij er eens in te verdiepen. Ik nam een abonnement op het toen nog bestaande opera-magazine Bravissimo (dat bij het ter ziele gaan omgezet werd in een abonnement op het nog steeds bestaande klassieke muziek-magazine Luister) en toen was eigenlijk het einde zoek.

Inmiddels heb ik talloze opera’s beluisterd variërend van die van Monteverdi tot hedendaagse opera’s. Een favoriet fragment uitkiezen is ondoenlijk dus ik kies vandaag, redelijk arbitrair, voor een fragment van één van de grote operacomponisten, Giuseppe Verdi (1813-1901). Het gaat om een aria uit het begin van de opera Luisa Miller waar voor mijn gevoel alles in zit wat een goede opera in zich heeft.

Het verhaal is hier niet zo van belang, u kunt het hier lezen maar het komt er op neer dat iedereen gecharmeerd is van Luisa, de dochter van soldaat Miller. Luisa houdt van Carlo die Rodolfo, de zoon van de graaf, blijkt te zijn en natuurlijk loopt dit gebeuren niet goed af.

Maar even over het fragment van hierboven. Er zijn veel goede uitvoeringen, maar zoals dat vaak gaat, deze uitvoering had ik het eerst in huis en ik houd van de stemmen van Anna Moffo als Luisa en zeker van die van Carlo Bergonzi als Rodolfo. Het fragment begint met Luisa die de liefde voor Rodolfo bezingt. Op 1;54 gaan de boeren zich ermee bemoeien door Luisa bloemen aan te bieden als blijk van affectie en krijgt het stuk volume.

Op 2;15 spanning, want daar komt Rodolfo, haar geliefde met zijn heldere tenorstem. Op 2;46 feliciteert iedereen elkaar uit volle borst waarna op 2;53 Luisa en Rodolfo het duet aangaan. Op 3;25 krijgt het ineens vaart. Eerst Luisa en dan Rodolfo in een prachtige melodie en voor mij één van de mooiste stukken uit de opera. De tekst? Niets dan geluk met elkaar dus niet erg verrassend maar de muziek en de melodie maken alles goed. Op 4;13 komt Luisa erbij en zingen ze samen. Jammer voor het paar (niet voor de muziek) dat vader Miller er met zijn bedenkingen doorheen komt (een rol van bariton Cornell MacNeil) maar op 4;46 gaan Luisa en Rodolfo weer los.

Als het koor er later weer bij komt en de hoge noten erin worden gegooid dan is dat opera-pur sang, maar dat geldt ook voor de afbouw naar het einde toe. Een prachtig voorbeeld wat mij betreft wat opera vermag.