Eén van de grootheden van de jazz die nog steeds onder ons is, is de tenorsaxofonist Sonny Rollins (1930). Hij treedt al sinds 2012 niet meer op vanwege gezondheidsproblemen en stopte in 2014 helemaal met spelen.
Zijn carrière is indrukwekkend. Hij begon op zijn elfde en heeft met alle groten uit de jazz opgetreden en het merendeel ervan dus overleefd. Hij stond bekend om zijn circulaire ademhalingstechniek, waarmee je een continue toon kan voortbrengen op je blaasinstrument.
Ondanks zijn lange carrière heeft hij wel eens pauzes genomen. De meest bekende was in 1959, toen hij gefrustreerd was over zijn, volgens hemzelf, muzikale beperkingen. Hij sloeg aan het oefenen en stond urenlang te spelen op de Williamsburg Bridge in New York, om zijn zwangere buurvrouw niet lastig te vallen met zijn spel. Zijn comeback album heette dan ook The Bridge.
In 1956 al nam hij één van zijn meest beroemde albums op; Saxophone Colossus, waar bovenstaand nummer St. Thomas ook op staat. Het is een vrolijke ‘traditional’. De moeder van Rollins kwam van St. Thomas, één van de Maagdeneilanden en zong de melodie al voor hem toen hij een kind was. Het werd zijn herkenningsmelodie en het bezorgde hem wereldfaam.
Als het nummer begint hoor je drummer Max Roach het ritme kurkdroog inzetten, waarna Rollins op zijn tenorsaxofoon het speelse melodietje inzet. Hij haalt vervolgens het thema helemaal uit elkaar vanaf 0;56. Hij bouwt eigenlijk een nieuwe constructie met stukjes melodie en ritmische motiefjes eromheen. Op de achtergrond houden piano, bas en drums het oorspronkelijke ritme aan. Op 2;28 begint Max Roach aan een drumsolo. Geen keihard spierballenwerk maar juist verfijnd en steeds met dat calypsoritme op de achtergrond. Luister dan eens naar de prachtige, volle toon waarmee Rollins op 3;53 zijn solo inzet. Onweerstaanbare muziek met dat herhaalde motief op 4;42. Dan hebben we de lichtvoetige pianosolo van pianist Tommy Flanagan nog tegoed op 5;02. Vanaf 6:09 herpakt Rollins de originele melodie weer om het nummer naar de finish te brengen.
Het is een heerlijk nummer op een onmisbaar album in mijn collectie en uiteraard is het talloze malen gecoverd door andere muzikanten. Wellicht heeft u liever de versie van jazzfluitist Herbie Mann, die van vibrafonist Lionel Hampton, van Toots Thielemans op mondharmonica op die van jazzpianist Brian Lemon. Het is nog maar een kleine greep uit het aanbod.