Categorie archief: Cabaret

Harrie Jekkers – Mijn Moeder

Harrie Jekkers (1951) is een Nederlandse zanger, schrijver en cabaretier. Zijn bekendste nummers zijn waarschijnlijk Over De Muur dat hij met zijn groep ’t Klein Orkest zong en het lied O, o, Den Haag. Dat is zo’n beetje het officieuze volkslied van Den Haag geworden en Jekkers zong het als Harry Klorkestein (een pseudoniem van ’t Klein Orkest). Zoek je het nummer op YouTube op, dan zie je het weer geplaybackt door Henny de Jong, de technicus van ’t Klein Orkest.

Het nummer Mijn Moeder uit bovenstaande video komt uit zijn theatervoorstelling De Lachende Piccolo. Jekkers weet van iets dat iedereen kan overkomen een prachtig lied te maken. Het is het verhaal van een vrouw die haar man is kwijtgeraakt en over de zorgzaamheid van een zoon voor zijn oude moeder.

Jekkers heeft iets met moeders, want als we dit lied Moeder1 noemen, dan is er ook nog een Moeder2, over de zorgzaamheid van een zoon voor een stervende moeder én een Moeder3 over de zorgzaamheid van een moeder voor haar jonge zoon. Stuk voor stuk juweeltjes.

Louis Davids – De Voetbalmatch

Louis Davids (1883-1939) was een Nederlands acteur, cabaretier, zanger en revueartiest. In de revue Lach en vergeet zong hij het lied dat zijn bekendste nummer zou worden; De kleine man. Hierin bezingt hij als burgermannetje met bolhoed de tussen kapitaal en arbeid in verdrukking komende kleine burger.

Voor mij gaat de muziek van Davids al een leven lang mee. Mijn ouders hadden een dubbelelpee en de nummers ken ik nog steeds uit het hoofd. Daarom kende ik hem eerder dan zijn grote voorganger Jean-Louis Pissuise, op wiens begrafenis Davids een rede hield.

Het lied De Voetbalmatch is een favoriet van me en past natuurlijk prima als het wereldkampioenschap voetbal 2022 nog bezig is. Het is het verhaal van een man die door een vriend meegenomen wordt naar een wedstrijd tussen Ajax en Blauw-Wit Amsterdam. Ik houd van die oude termen als ‘Twintig knullen in d’r Jansen en Tilanus‘ of een blijkbaar zelfverzonnen term voor ‘ruziemaker’, ‘een brok kifteling’. Dat laatste woord is overigens wel opgenomen in het Groot scheldwoordenboek van M. de Coster (2007).

Louis Davids werd niet oud. Hij stierf op 55-jarige leeftijd een vrij onverwachte dood. Langdurige astma-aanvallen die hem dwongen om te stoppen met werken waren wellicht indirect verantwoordelijk voor zijn overlijden.

Jean-Louis Pisuisse – Het Wijnglas

In 1918 kwam de Eerste Wereldoorlog ten einde, maar dat was niet te laat voor de liedjesschrijver en zanger Dirk Witte (1885-1932) om een bitter anti-oorlogslied te schrijven met de titel Het Wijnglas. Hierin klaagt hij over hoe de wereldleiders onder elkaar de wereldvrede proberen te herstellen in chique danssalons en in dure restaurants, terwijl de soldaten in de frontlinies de gruwelijkste dingen meemaakten.

De zanger van dit lied, Jean-Louis Pisuisse (1880-1927) geldt als pionier en misschien wel als grondlegger van de Nederlandse kleinkunst. Beïnvloed door de cabarets in Parijs richtte hij het eerste Nederlandse cabaretgezelschap op. Pisuisse trouwde driemaal en dat laatste huwelijk werd hem fataal.

Zijn toenmalige vrouw, Jenny Gilliams, had een affaire met een ander lid van het gezelschap, Tjakko Kuiper. Ze brak uiteindelijk met Kuiper maar die kon dat niet verteren. Op 26 november 1927 schoot hij op het Rembrandtplein, achter het Rembrandtmonument in Amsterdam zowel het echtpaar Pisuisse neer als zichzelf. Kuiper overleed ter plekke. Pisuisse werd nog naar het dichtstbijzijnde politiebureau gebracht maar stierf daar. Jenny Gilliams overleed een uur later in het Binnengasthuis. U kunt het verhaal uitgebreid teruglezen in he boek Hotel Schiller van Marjolein Bierens.

Omdat het een historische opname betreft is hier de liedtekst voor de volledigheid

’s Avonds lezen w’in de kranten
Hoe het ging die dag aan ’t front
Zoveel honderd weer gevallen
Zoveel duizend weer gewond
Zoveel kind’ren zonder vader
Zoveel moeders zonder kind
En we vragen wanneer eens toch
Dat gemoord een einde vindt

Maar des morgens -welk een vreugde-
Lezen w’in het ochtendblad
Dat er een banket geweest is
In de een of and’re stad

Waar Lloyd George weer heeft gedronken
Op het welzijn van z’n land
Waar de oorlog werd gewonnen
Met het wijnglas in de hand

’s Avonds lezen w’in de kranten
Weer een boot getorpedeerd
Zoveel mensen uitgevaren
Zoveel maar teruggekeerd
Zoveel tonnen graan verloren
Zoveel mensen  zonder brood
Zoveel vrouwen, zoveel kind’ren
Dichter bij de hongerdood

Maar des morgens -welk een vreugde-
Lezen w’in het ochtendblad
Van een rijk en deftig feestmaal
In de een of and’re stad
Waar de “Kaiser” heeft gedronken
Op z’n uitgehongerd land
En “den Alten Gott” geprezen
Met het wijnglas in de hand

Elke dag brengt nieuwe ellende
Nieuwe armoe, nieuwe rouw
Elke dag krijgt ons vertrouwen
In de mensen weer een knauw
Angstig vragen we hoe lang nog
Deze oorlogswaanzin duurt
Welke afgezant des duivels
Deze wereld toch bestuurt

Ernstig gaan de diplomaten
Naar hun feestmaal en banket
Satan heeft aan ’t hoofd der tafel
Zich als schenker neergezet
En hij vult daar met een grijnslach
Telkenmale tot de rand
Met het rode bloed der volk’ren
’t Willig wijnglas in hun hand