Louis Armstrong – Potato Head Blues

Potato Head blues wordt beschouwd als één van de beste opnames van de Amerikaanse jazztrompettist Louis Armstrong (1901-1971). Het nummer werd bijvoorbeeld opgenomen in The Smithsonian Collection of Classic Jazz. Woody Allen noemde het nummer in zijn film Manhattan één van die dingen die het leven de moeite waard maken, samen met Marlon Brando, Groucho Marx, Willie Mays, Frank Sinatra, Zweedse films, het langzame deel uit de Jupiter-symfonie van Mozart, Gustave Flaubert’s L’Education sentimentale en Paul Cézanne’s appels en peren.

Biograaf Terry Teachout noemt het nummer in zijn biografie over Armstrong ‘a landmark of modern music that long ago achieved iconic status, both musical and cultural’.

We luisteren er nu waarschijnlijk met andere oren naar, maar het neemt niet weg dat het een enorm swingend nummer is en een feest om te horen. Voor dit nummer breidde Armstrong zijn band ‘Hot Five’ uit naar een ‘Hot Seven’ door de toevoeging van een tuba (prominent aanwezig in het nummer) en drums.

Het nummer begint met de inzet van de hele band met de tuba als een solide ondergrond. Op 0;40 begint Armstrong aan een korte intro waarna klarinettist Johnny Dodds het op 1;04 overneemt met een heerlijke klarinetsolo. Op ongeveer de helft van het stuk, op 1;50 begint Armstrong aan één van zijn beroemdste solo’s, de zogenaamde ‘stop-time chorus‘, waarin de band steeds even stilvalt terwijl Armstrong doorspeelt.

Dat stilvallen van het orkest is afgeleid van de tapdance-traditie waarin de danser zich tijdelijk solo kan laten horen waarna het orkest verder speelt. Op 2;33 vallen het orkest en Dodds Armstrong weer bij, maar Armstrong blijft boven de muziek uitstralen tot het einde aan toe, waarna Baby Dodds, de jongere broer van Johnny Dodds, het stuk besluit op het bekken van zijn drumset.

Het is dus een stuk om even bij stil te staan, alleen al om je te realiseren wat Ricky Riccardi, directeur van The Research Collections of the Louis Armstrong Museum zegt (quote van Wikipedia);

When it came to taking improvised solos, Armstrong was light years ahead of his contemporaries in every way: command of his instrument, harmonic knowledge, a swinging rhythmic feel and put simply, the ability to “tell a story.” 1927’s “Potato Head Blues,” with the expanded Hot Seven, again represents a joyous example of New Orleans polyphony until Armstrong steps up and takes a stop-time solo that still sounds fresh and modern today, defining the art of the improvised solo in not just jazz but all forms of popular music.’

Jeroen Kant – Vleugels

Jeroen Kant (1982) is een, en ik citeer zijn eigen biografie op zijn website, een eigenzinnige en grillige zanger/gitarist/liedjessmid. Hij volgt altijd zijn muzikale hart en zelden is dat de weg van de minste weerstand. Als hij teveel op zijn gemak is geraakt, zoekt hij door naar groei. Dat heeft hem inmiddels een aardig rijtje bijzondere albums vol Nederlandstalige liedjes opgeleverd. Een oeuvre dat zich uitstrekt van intieme kleinkunst-pareltjes tot aan stomende bluesgrooves. Steeds zonder de inhoud uit het oog te verliezen. Zijn sound is rauw en organisch, authentiek, uitgesproken en eigen (einde citaat).

Dat rijtje telt inmiddels zeven albums waarvan de laatste. getiteld Water, uitkwam in 2021. Om dat album te maken verkocht Kant zijn huis in Tilburg om het in te ruilen voor een boot in de Biesbosch. Die boot, met de naam Armadillo, inspireerde hem in de coronaperiode om nieuw materiaal te schrijven.

Kant deed in 2011 mee aan De Grote Prijs van Nederland waar hij de publieksprijs won en ik ken hem van het programma De Beste Singer-songwriter Van Nederland uit 2013. Zijn werk is goed terug te luisteren via de streamingsdiensten en via Youtube en bovenstaand nummer Vleugels komt van zijn debuutelpee Het Komt Wel Goed uit 2009. Het heeft een fijne tekst en een heel aanstekelijke melodie en het is één van mijn absolute favorieten. Zoek vooral ook andere nummers van hem op want op ieder album zijn pareltjes terug te vinden, zoals het Halvezolenpad van zijn album De Lafaard Kapitein.

Voor de volledigheid geef ik onderstaand de tekst weer van het nummer Vleugels;

we vliegen naar de sterren en we dansen op de maan
we zijn een eind gekomen sinds we rechtop zijn gaan staan
plasmatelevisies, koffie uit een pad
onbeperkt surfen op je buurman’s internet
maar we zijn amper uit het water en nog lang niet uit de brand
voedseloverschotten terwijl een ander kan verrotten
man we leven nog in grotten met een knots in onze hand

met mitrailleur en mosterdgas of gewoon nog met een zwaard
het is wel wat harder werken maar dat is het meer dan waard
of wat dacht je van een handgranaat een fragmentatiemijn
een vliegdekschip met kruisraket we krijgen ze wel klein
in God zijn naam want God is groot en het luchtalarm dat loeit
en de bommen voor de vrede vallen fluitend naar beneden
er klinken duizenden gebeden waar geen God zich mee bemoeit

seks verkoopt en geld dat rolt maar niks is wat het lijkt
je wordt bedonderd waar je bij staat zorg maar dat je voor je kijkt
Nobelprijs voor de vrede atoombom just in case
nee ik mankeer niks aan mijn ogen ’t zijn kleine letters die ik lees
en de wereld draait wel door in wie of wat je ook gelooft
en ik wil niet wijzer lijken of op alles lopen zeiken
ik wil niet eens echt iets bereiken het zijn slechts spinsels in mijn hoofd

ik heb een hele leuke auto ik sta alleen met motorpech
ik word gehinderd door obstakels er zitten kronkels in mijn weg
je hebt soms van die dagen geen vuiltje aan de lucht
en de dag daarna is bijten door die zure citrusvrucht
maar ik geraak wel waar ik zijn moet dan maar op een sukkeldraf
laat de blaadjes aan de bomen rustig aan hun einde komen
want ik heb vleugels in mijn dromen
en die neemt niemand mij meer af
ja ik kan vliegen in mijn dromen
dat neemt niemand mij meer af
want ik heb vleugels in mijn dromen
en die neemt niemand mij meer af

Wally Whyton – Leave Them A Flower

Wally Whyton (1929-1997) was een Britse muzikant, componist en televisiepresentator. Hij had succes in 1956 met zijn groep The Vipers Skiffle Group. Hij had twee top 10-hits in de Britse hitparade met door George Martin geproduceerde platen, die later de producer van de The Beatles zou worden.

Ik wil het hier echter hebben over een solonummer van Whyton. Vanaf de jaren 60 tot in de jaren 90 presenteerde hij folkprogramma’s voor de BBC Radio. Daarnaast bracht hij platen uit, waarvan Leave Them A Flower er één was. Hij schreef dit lied nadat er in zijn straat enkele eiken werden neergehaald en het is één van de eerste eco-protestliederen. Leest u maar even mee:

I speak on behalf of the next generation,
My sons and my daughters their children to come.
What will you leave them for their recreation,
An oil slick, a pylon, an industrial slum?

Leave them a flower, some grass and a hedgerow,
A hill and a valley, a view to the sea.
These things are not yours to destroy as you want to.
A gift given once for eternity.

You plunder, you pillage, you tear and you tunnel,
Trees lying tumbled, roots finger the sky.
Building a land for machines and computers,
In the name of progress the farms have to die.

Leave them a flower, some grass and a hedgerow,
A hill and a valley, a view to the sea.
These things are not yours to destroy as you want to.
A gift given once for eternity.

Fish in the ocean, polluted and poisoned,
The sand on the beaches, all stinking and black,
You with your tankers, your banks and investments,
Say “Never worry, the birds will come back”.

Leave them a flower, some grass and a hedgerow,
A hill and a valley, a view to the sea.
These things are not yours to destroy as you want to.
A gift given once for eternity.

When the last flower has dropped its last petal,
When the last concrete is finally laid.
The moon will shine cold on a nightmarish landscape,
Your gift to our children, this world that you made.

Leave them a flower, some grass and a hedgerow,
A hill and a valley, a view to the sea.
These things are not yours to destroy as you want to.
A gift given once for eternity.

De Belgische zanger Louis Neefs (1937-1980) nam een Nederlandstalige cover op van het nummer met de titel Laat Ons Een Bloem en die kunt u hier horen.

Edikanfo – Nka Bom

Edikanfo is een achtkoppige band uit Ghana die in 1981 het album The Pace Setters uitbracht. Het is geproduceerd door niemand minder dan Brian Eno, die ook iets deed met Roxy Music, David Bowie, Talking Heads, U2, Coldplay en ga zo maar door. Het is een erg aanstekelijk album en als u al het werk van Edikanfo wil leren kennen dan volstaat dit album, het is het enige album van hen.

Het plan was om aansluitend aan dit album een internationale tournee te gaan maken, maar die ging niet door vanwege een coup in Ghana en een daarbij behorende avondklok. Het album werd in 2020 heruitgebracht en ook toen werd gedacht aan een grote tournee, maar toen gooide een pandemie roet in het eten. Ik heb nog geen recente optredens van hen kunnen vinden dus wellicht nemen ze hun tijd.

Maar dan de muziek. Ik vind niet alle nummers op het album even sterk, maar er staan een aantal nummers op om te koesteren. Bovenstaand nummer Nka Bom is er één van. Ik zal u de tekst besparen maar neemt u van mij aan dat de strekking van het lied over samenkomen en saamhorigheid gaat. Het is een funky afro-nummer dat niet ver van de jazz afligt en dat ik al talloze malen gedraaid heb. Het nummer Gbenta van het album is ook erg de moeite waard, ritmischer wat complexer en Something Lefeh-O is weer meer disco-funk. Wilt u het hele album beluisteren, dan kan dat hier. Hopelijk komt er nog eens een vervolg.

Valentin Silvestrov – Lied ‘Einsam tret ich auf den Weg’ uit de liederencyclus ‘Stille Lieder’

Ik ben een fan van de liederencylus ‘Stille Lieder‘ van de Oekraïense componist Valentin Silvestrov (1937).

De cyclus is geschreven voor bariton en piano en de bijzonderheid van het werk zit hem erin dat alle liederen ingehouden gezongen dienen te worden, ‘sotto voce’ zogezegd. Dat vergt nogal wat beheersing van de zanger, want een bariton kan met een gedegen training een behoorlijk volume produceren.

Alle liederen zijn verklankingen van werk van beroemde dichters als Pushkin, Mandelstam of Lermontov. De begeleidende pianopartij is eenvoudig gehouden om een eenheid te vormen met de stem. De componist zegt zelf;

The singing voice should not be at a remove from the piano, but must proceed as it were from the depth of the piano sound, now emerging, now sinking. It is as if one were hearing singing that is inside itself.

Het maakt dat pianist Ilja Scheps en bariton Sergej Jakowenko niet voor elkaar onderdoen en in de cyclus beurtelings soms zelfs tot fluisterniveau komen.

Ik kies hier (vrij arbitrair want ik vind ze allemaal prachtig) voor Einsam tret ich auf den Weg van de Russische dichter Michail Lermontov (1814-1841).

Ik heb in recensies wel gelezen dat men de cyclus eenvormig en soms zelfs saai vindt. Ik deel die mening helemaal niet. Ik vind de verklanking prachtig en beluister het werk met veel plezier en met enige regelmaat. De teksten worden in het Russisch gezongen, maar omdat de cyclus ook bekend staat onder de ‘Stille Lieder‘ voeg ik een Duitse vertaling van bovenstaand lied toe zodat u de strekking ervan meekrijgt;

Einsam tret ich auf den Weg, den leeren,
Der durch Nebel leise schimmernd bricht;
Seh die Leere still mit Gott verkehren
Und wie jeder Stern mit Sternen spricht.

Feierliches Wunder: hingeruhte
Erde in der Himmel Herrlichkeit…
Ach, warum ist mir so schwer zumute?
Was erwart ich denn? Was tut mir leid?

Nichts hab ich vom Leben zu verlangen
Und Vergangenes bereu ich nicht:
Freiheit soll und Friede mich umfangen
Im Vergessen, das der Schlaf verspricht.

Aber nicht der kalte Schlaf im Grabe.
Schlafen möcht ich so jahrhundertlang,
Dass ich alle Kräfte in mir habe
Und in ruhiger Brust des Atems Gang.

Dass mir Tag und Nacht die süße, kühne
Stimme sänge, die aus Liebe steigt,
Und ich wüsste, wie die immergrüne
Eiche flüstert, düster hergeneigt.

Artie Shaw – Concerto For Clarinet

Tijdens het lezen van de biografie over de Amerikaanse klarinettist Artie Shaw (1910-2004) heb ik me ondergedompeld in zijn muziek. Het is de muziek uit de tijd van de big bands en swingmuziek. Shaw heeft met alle grote artiesten samengespeeld uit die tijd en zijn meest bekende ‘rivaal’ was klarinettist Benny Goodman. Gaat u daar vooral de biografie voor lezen.

Van de muziek van Shaw is gelukkig veel terug te vinden. Een van zijn mooiste composities is zijn Concerto For Clarinet. Het was oorspronkelijk bedoeld voor de Paramount film “Second Chorus,” met Fred Astaire en Paulette Goddard, maar werd al snel in zijn repertoire opgenomen. Dat wordt zo mooi beschreven in zijn biografie dat ik daar uit citeer;

The title was misleading: this was no concerto in the classical sense , but a showboating piece…After a fanfare from the band, Art began a slow, out-of-tempo blues soliloquy against seductive strings. Faster than you could say Meade-Lux-Lewis, Johnny Guarneri jumped in with some boogie-woogie, setting up Art’s chorus of fast improvisation. Les Robinson’s alto was heard, then Butterfield’s trumpet; then Art’s musings found blue notes within Semitic scales. When Fatool’s tom-toms started, the clarinet soared. Shaw glided and glissaded through a full-minute spiral of a cadenza as full of breathtaking vistas as Jack’s ascent of the beanstalk. Up and up he went – from concert double-F through high B-flat – to land on a hard-to-believe-your-ears altissimo high-C, held for a full five seconds.

Het stuk is vaak door anderen uitgevoerd maar zelden zo virtuoos als door Shaw zelf, omdat hij het instrument volledig beheerste. Shaw sprak er een keer een andere klarinettist over;

…he said, ‘Artie, do you end every show with that piece?’ I said, ‘Yes. Why?” He said, ‘You mean you always end on that top C?’ I said, “Of course. That’s how the piece ends.’ ‘I know,’ he said, ‘But aren’t you ever afraid you’ll miss?’ I said, ‘Put your hand on the table.’ He did, and I said, ‘Raise your index finger.’ He did. I said, ‘Were you afraid you’d miss?’ ‘Well, no,’ he said, and then, ‘You mean, it’s like that?’ ‘If it isn’t,’ I said, ‘don’t mess with it.’

Er zijn nog talloze andere voorbeelden te geven van zijn hits, zoals zijn orkestrale bewerking van het Cole Porternummer Begin The Beguine, Stardust, Frenesi of Nightmare. Vaak is het niet duidelijk waarom een nummer zo’n grote hit wordt. Van Begin The Beguine kan hoogstens gezegd worden dat het één van de eerste keren was dat een swingband echt een melodie ging spelen in plaats van een ritme en dat sloeg direct aan. Ook het nummer The Chant is de moeite waard om te vermelden. Dat was het antwoord van Shaw op het mateloos populaire Sing, Sing, Sing van Benny Goodman. Als u het hoort snapt u waarom.

Della Bosiers – Horizontaal

De Vlaamse zangeres Della Bosiers (1946) is geboren als Adèle Anne-Marie Julienne Emma Bosiers. Zij studeerde journalistiek maar tijdens haar studietijd begon ze al met het schrijven van teksten voor liedjes in het Frans, Engels en Nederlands.

Ze ging zingen en als zangeres werd ze opgemerkt door onder meer Ramses Shaffy, waardoor ze regelmatig in Nederland te zien was. Ze bracht haar debuutalbum Della Bosiers uit in 1971 en haar laatste album stamt uit 2015. Bosiers deed ook televisiewerk als panellid in een Vlaamse televisiequiz, maakte verschillende televisie- en radiospecials, speelde mee in een theaterproductie en presenteerde een kookprogramma.

Ik houd van haar ongecompliceerde liedjes en dit korte nummer Horizontaal is een favoriet. Dat komt, wat mij betreft, door de prettige jaren ’70-sfeer die het nummer ademt. Het gebruik van een dwarsfluit aan het begin al en de elektrische gitaar en het orgel vanaf 0;42 als de routine begint.

Een lied van alle tijden over de consumptie en winst maken, tot de tijden weer slechter worden.

Voor de volledigheid nog even de liedtekst:

Ik lig waterpas in bed, horizontaal
Uren later nog in bed, horizontaler
Daarna in mijn bad, dan voordien in mijn bed
En mijn teen converseert met het schuimbellennet
En ik vlieger, hou de touwtjes wat minder strak
En ik wieg er uit

Nu de routine, gewoon routine
Wat harde broodjes met ei
Ik ren de trap af, deur uit
Straat af, tram op
Dag kantoor
En de machines, en de combines
Het consumeren gaat door
Totdat het tempo vertraagt, de winst verlaagt
Weg, kantoor

Ik glijd speels en traag in bad, horizontaal
Uren later nog in bad, horizontaler
Daarna in mijn bed, dan voordien in mijn bad
En m’n huid converseert met de bloemenlakenset
En ik vlieger, hou de touwtjes wat minder strak
En ik wieg er uit

Katie Sankey – I Don’t Know Why

Op mijn speurtochten naar muziek stuitte ik op dit gospelnummer van de Amerikaanse zangeres Katie Sankey, I Don’t Know Why.

Gospel is geen genre wat ik heel vaak draai, maar ik wordt er ook nooit door teleurgesteld als ik het wel doe. Het woord ‘gospel’ komt van het Oudengelse goð (‘goed’) en spell (‘nieuws, boodschap’) en het geeft dus een ‘blijde boodschap’, iets dat doorgaans prima in de muziek is terug te vinden.

U weet vast dat talloze beroemde artiesten rechtstreeks uit de gospel komen of er door zijn beïnvloed. Mahalia Jackson staat bekend als ‘de koningin van de gospel’, maar ook Aretha Franklin heeft haar roots in de kerkmuziek liggen net als Whitney Houston. Verder zijn Sam Cooke, Jackie Wilson, Johnny Cash en Elvis Presley door gospelmuziek beïnvloed maar de lijst is veel langer.

Katie Sankey is een gospelzangeres uit Jefferson County Alabama en heeft een geweldige stem voor dit genre. Ze staat dan ook bekend als de “Thunderbolt of the South”, maar verder is er niet heel veel van haar online te vinden. Wel is bekend dat ze haar kinderen meenam op haar tournees door de Verenigde Staten. Ze hebben haar muzikale talenten geërfd en een zoon van haar is voorganger in de kerk geworden.

Dit nummer I Don’t Know Why is haar bekendste nummer en is geschreven door Tommy Dorsey, trombonist en bandleider. Je ziet in de commentaren onder haar nummers op Youtube dat haar muziek belangrijk is voor veel mensen en dat haar stem fantastisch is. En dat vind ik ook.

Árstíðir – Ljóð í sand

Árstíðir is een groep uit IJsland die als trio begon in 2008 in Reykjavík. Ze spelen een mix van folkmuziek, rockmuziek tot klassieke kamermuziek en alle leden zingen.

Hun laatste album Blik is in 2022 uitgekomen en is volledig Engelstalig. Dat vind ik een mooi album, maar ik ben meer fan van hun folkmuziek, zoals bovenstaand nummer Ljóð í sand, wat een nummer is dat gaat over het vervliegen van de tijd. Het komt van hun album Svefns og vöku skil uit 2011 wat zoveel wil zeggen als ‘terugkeer naar de slaapstand’.

Het is jammer dat de band niet vaker traditionele nummers opneemt want ik vind dat ze er erg sterk in zijn. In een interview naar aanleiding van hun laatste album geven de leden wel aan waar de identiteit in hun werk ligt. Dat zit hem bijvoorbeeld in de altijd aanwezige melancholie. Zelfs de meest vrolijke liederen uit IJsland staan in mineur. Het zit hem ook in de typische vocalen uit IJsland. Die zijn vrij hoog van toon; IJsland kent nauwelijks bassen en weinig baritons.

Verder is er het thema van de natuur in hun teksten, iets dat ook in dit nummer naar voren komt. In IJsland leeft men met de natuur (50 verschillende benamingen voor regen en sneeuw!) en de band staat zich er op voor dat dit in al hun werk is terug te horen.

Beluister vooral dit nummer eens, waarvan ik de Engelse vertaling voor uw gemak even weergeef hieronder;

By the long shore staring into space
She would think for a long time
As time went by so many things changed
And nobody had ever seen such a thing

The next thing on our way home
We hadn’t noticed
The heavy clouds rumbling above us
The tide rose
And I wrote in the dark sand

Johannes Brahms – Piano Trio No.3 Andante Grazioso

De piano trio’s van de Duitse componist Johannes Brahms (1833-1897) behoren tot mijn favoriete kamermuziek en gaan al een hele tijd met mij mee. Ik zou ieder deel uit zijn drie piano trio’s kunnen laten horen (vier als je de twee verschillende versies van deel één meetelt), maar ik kies vandaag voor deel 3 uit zijn Piano Trio No.3, het Andante Grazioso, uitgevoerd door het gelouterde Beaux Arts Trio.

Brahms componeerde zijn derde piano trio (voor piano, viool en cello) in de zomer van 1886 toen hij op vakantie was in het Zwitserse Hofstetten. Het is een stuk met vier delen en het is zijn meest geconcentreerde piano trio, want het duurt bijna half zo lang als zijn twee voorgangers. De pianiste Elisabet von Herzogenberg (1847-1892) was er erg over te spreken en schreef Brahms;

‘Het is beter dan een foto en het is een absoluut portret van je. Stukken zoals dit trio zijn zo zeldzaam en zo perfect in ieder opzicht, zo compleet en zo vol passie en toch zo afgemeten, zo groots en toch zo charmant, en ik geloof dat toen je de laatste noten opschreef je een gevoel moet hebben gehad zoals dat van Heinrich de Vogelvanger toen hij bad; “U gaf mij een geweldige vangst God, en ik dank u! “

Het is ook een prachtig stuk met mooie wendingen, zoals op 1;07, 1;47 en op 3;57. U hoort de onrust erin sluipen vanaf 1;55 en die neemt nog toe vanaf 2:08, maar bij 2;52 keert de rust terug. Let wel op de ferme punt die aan het einde op 4;21 wordt gezet.